Hoe maak je een 'dark' en 'moody' foto?
Zo maak je een donkere sfeervolle foto!
Je hebt ze vast voorbij zien komen: ‘moody captures’ ofwel donkere sfeervolle 'low key' foto’s. Dit effect is gemakkelijker te creëren dan het lijkt!
Wil jij weten hoe je dit doet?
In deze blog deel ik mijn 4 basistips, zodat jij direct aan de slag kunt.
Shaping the light…
Een beeld met weinig licht, waarin je toch het onderwerp laten stralen. Het enige licht in het beeld valt op je onderwerp, de rest van het beeld blijft onderbelicht. De richting, de hoeveelheid en de hardheid van het licht kun je zelf sturen.
'Low key' wordt veel gebruikt in portretfotografie, maar ook in foodfotografie.
De belichting voor een foto stel je in op de hoeveelheid lichtval op het onderwerp. Dat betekent hier, dat je het licht meet op de plek waar het kleine lichtbundeltje zich bevindt. In bovenstaande foto het hoopje met bloem. Op deze manier blijft de rest van de foto ook daadwerkelijk onderbelicht. Wanneer je de belichting instelt op een donker gedeelte in de setting, dan wordt het geen low key foto.
Het instellen van de belichting kan automatisch met je camera (zogenaamde spotmeting) of met een lichtmeter (een los apparaatje welke het licht voor je meet). Belichting is combinatie tussen de sluitertijd, de diafragma opening van de camera en de ISO waarde.
Ben je enthousiast geworden? Hieronder leg ik uit hoe jij thuis aan de slag kunt.
De 4 basistips voor een donkere sfeervolle foto
Tip 1 - kleur van ondergrond & props
Gebruik een donker getinte ondergrond & voorwerpen ('props').
Licht getinte voorwerpen trekken aandacht in een grotendeels onderbelicht beeld.
Tip 2 - stuur het licht met behulp van een ‘black box’
Bouw een black box! Op deze manier blokkeer je het licht, waarna jij bepaalt hoe het op het onderwerp valt.
Gebruik 3 of 4 zwarte of zeer donker getinte stukken karton of foamboard. Bouw hiermee een soort huisje om je setting heen.
De eerste plaats je achter het onderwerp (‘backdrop’). De tweede plaats je aan de ene zijkant (schaduwzijde) en de derde plaats je aan de andere zijde (raamkant, lichtzijde). De vierde plaats je bovenop de anderen als een dakje. Het enige licht wat nu in de box komt, is het licht van de voorzijde (waar je camera staat).
Je kunt dit huisje op twee manieren gebruiken.
Optie A - black box met gesloten zijkanten
Plaats je onderwerp voorin in de box. Kijk hoe het licht erop valt.
Draai het onderwerp linksom of rechtsom om z’n as, zodat het licht valt waar je het wilt hebben.
Vervolgens bepaal je de hoeveelheid licht door je onderwerp naar voren of achteren te schuiven. Hoe verder/dieper in de box, des te minder licht.
Optie B - black box met opening in één zijkant (zie foto hieronder)
Gebruik 2 stukken karton (i.p.v. 1) om het licht te blokkeren aan de raamzijde/lichtzijde. Laat een kleine opening tussenbeide. Zie foto hieronder.
Plaats je onderwerp in de box ter hoogte van de opening. Kijk hoe het licht erop valt. Volg daarna dezelfde stappen zoals bij optie A.
Alternatief - gebruik de ruimte waarin je staat als black box.
Dit heb ik gedaan bij de foto’s van het kaneelbrood. Hierbij heb ik mijn woonkamer veranderd in een black box. Ik sta naast een raam en alle overige ramen zijn verduisterd en alle lampen zijn uit. Hierdoor is het enige licht in de kamer, dat van het raam waar ik naast sta. Met behulp van een verduisterend gordijn heb ik de hoeveelheid binnenkomend licht gestuurd ;)
Tip 3 - gebruik een statief
Voor het 'low key' effect zijn langere sluitertijden nodig. Wanneer je uit de hand schiet, krijg je al snel een bewogen onscherpe foto.
Heb je geen statief? Zet je camera dan op een vlak oppervlak.
Tot welke sluitertijd kun je nog uit de hand schieten?
Om een idee te krijgen of je een foto uit de hand kan schieten, kun je de volgende richtlijn aanhouden. Uiteraard is dit geen garantie, test het eens uit!
De langste sluitertijd uit de hand = 1 gedeeld door het aantal millimeters van je objectief.
Voorbeeld: je gebruikt een 24-105mm lens, ingezoomd tot 50mm = langste sluitertijd uit de hand 1/50 sec.
Scroll naar beneden voor tip 4!
Tip 4 - gebruik de zelfontspanner ofwel timerfunctie
Het indrukken van de sluiterknop op je camera een minieme beweging geven van je camera. Hierdoor kan dit knopje indrukken bij langere sluitertijden al voor een onscherp beeld zorgen. Dit kun je simpel voorkomen m.b.v. de zelfontspanner.
Zelf zet ik de timer meestal op 2 seconden. Wanneer ikzelf in het beeld sta dan gebruik ik 10 seconden.
Bonustip - check de ingestelde ISO waarde
In onderbelichte foto's is het oppassen voor zogenoemde 'ruis'. Dit zijn een soort korreltjes in de schaduwen van de foto. Deze worden zichtbaar bij het inzoomen op de computer. Hoe hoger de ISO waarde, hoe groter de kans op ruis.
Pas dus op voor een te hoge ISO. Maar wat is te hoog?
Dat verschilt helaas per camera… Om ruis te voorkomen gebruik ik een ISO waarde van maximaal 800 bij deze techniek. Probeer het eens uit.
Wil je op safe spelen, dan zou ik maximale waarde van 400 adviseren.
Ben jij ook enthousiast geworden?
Ik hoop dat ik je heb kunnen inspireren. Vond je dit een handig artikel?
Laat een berichtje achter onder de blog!