Recept Groningse eierballen en 5 tips om jouw foodstory te vertellen in foodfoto's

Op de valreep van deze lente; het recept voor Groningse eierballen & 5 handige tips om jouw foodstory te vertellen!

Je zou het niet denken met de zomerse temperaturen van de afgelopen weken, maar het is nog steeds lente. Een perfect seizoen voor ‘visual storytelling’!
Waar denk jij aan bij de lente? Vogels? Eieren? Tulpen? Hooikoorts? Dit gevoel wil je overbrengen in je foodfoto! (met uitzondering van de hooikoortsgedachte dan ;)

Als puber had ik een bijbaantje in een snackbar. De eigenaar had Groningse roots. Ik weet nog goed dat ze daar eierballen verkochten. Eierballen? Daar had ik als Friezin nog nooit van gehoord… Ook niet zo gek, gezien de aloude ‘vete’ tussen Groningen & Friesland. ‘De mooiste plek van Groningen was de bushalte terug naar Friesland’ en de Groningers zeiden dit op hun beurt natuurlijk andersom ook. Waar dat vandaan komt? Geen idee, ik nam het altijd maar met een korreltje zout en maakte er een grapje van. 

De eierbal werd in de jaren 60 van de vorige eeuw in Nederland geïntroduceerd door een snackbareigenaar in Groningen. Het verhaal gaat dat deze snack daar is ontstaan/bedacht. Maar ook de Schotten en de Limburgers kennen een soortgelijke snack… Hoe dan ook, in Groningen is de eierbal niet meer weg te denken uit de eetcultuur. Er worden wedstrijden georganiseerd wie de lekkerste eierbal kan maken, maar ook wie de meeste eierballen op kan eten. Het originele recept is geheim gebleven, maar gelukkig zijn er heel wat ‘look a likes’ die goed smaken.
Mijn versie heb gemaakt met eigengemaakte kippenbouillon & eigengemaakte ragout. Dit kost je een dagje extra, maar is ook extra lekker qua smaak! Geen zin in gedoe? Een pot bouillon en blik ragout is zo gekocht in de supermarkt ;)

Aan de slag!

Recept

Ragout

  • 50 gram boter

  • 60 gram bloem

  • 400ml huisgemaakte bouillon + vlees (vlees apart houden)

  • Kruiden: zout, peper, nootmuskaat, kerrie, peterselie

Overig 

  • 12 gekookte kwarteleieren of 4-6 gekookte kippeneieren (afgekoeld)

  • 4 geklutste eieren 

  • Paneermeel

  • Bloem 

Extra nodig

  • Frituur of pan met frituurolie

  • 3 diepe borden 


Bereiding ragout

  • Maak deze 1 dag van tevoren, zodat de ragout een nacht kan opstijven in de koelkast!

  • 50 gram boter langzaam verhitten en bloem toevoegen. Op zacht tot middelmatig vuur al roerend tot een papje mengen. Minimaal 5-10 minuten zodat de bloem kan garen. 

  • Voeg de bouillon (excl. het vlees, leg dit even apart) al roerend in kleine delen toe. Pas een nieuw deel als het vorige deel volledig is opgenomen door de bloem.

  • Het papje is nu vrij dun. Blijf op laag vuur al roerend doorgaren, totdat de ragout de dikte heeft van tandpasta. Dit duurt ongeveer 10 minuten. 

  • Zet het vuur uit en voeg de kruiden naar smaak toe. Tenslotte het vlees erdoorheen roeren. 

  • Giet de ragout in een platte schaal en dek af met stukje vershoudfolie. Laat het afkoelen buiten de koelkast en zet het vervolgens overnacht in de koeling. De volgende dag is de ragout ingedikt tot een deegachtig geheel. 

Bereiding eierballen

  • Verhit alvast de frituurolie (tot 170 graden) of zet de frituurpan aan.
    Pel ondertussen de afgekoelde gekookte eieren en haal de ragout uit de koeling.
    Zet 3 diepe borden klaar: 1 met een laag bloem, 1 met een laag paneermeel en 1 met de geklutste eieren.

  • Neem met je vingers een stuk ragout, druk deze plat in je hand en kneed deze om het ei, rol vervolgens tot een mooie bal. 

  • Rol de bal door de bloem, vervolgens door het geklutste ei en vervolgens door de paneermeel. Herhaal dit minimaal 4x, zodat de korst dik genoeg wordt.

    • Let op: laat je niet verleiden door dit slechts 2x te doen, zoals ik de eerste keer deed… Wanneer de korst te dun blijft, breekt deze binnen een paar minuten open en krijgt de ragout zwemles ;)

  • Frituur de eierballen in 3-4 minuten goudbruin, draai deze regelmatig.

logo-studio-foek-definitief-zwart transparant.png

Fotografie tips

Visual storytelling; hoe doe je dat?
5 basistips die kunnen helpen bij het vertellen van jouw food story!

De Engelse term ‘visual storytelling’ is niets anders dan de letterlijke vertaling; een visueel verhaal vertellen. Ofwel het overbrengen van een gevoel/emotie door middel van beelden. Zoals foto’s of video’s. In het begin vond ik dat best lastig. Maar na een tijdje ging dit steeds gemakkelijker en ontdekte ik nieuwe manieren. Welk gevoel wil jij overbrengen? Kennis is om te delen, dus hierbij mijn tips ter inspiratie:

  1. Presentatie. Begin bij de basis en zorg dat je gerecht of baksel er tiptop uitziet voor de foto.
    Gebruik bij een garnering alleen de mooiste blaadjes sla of verse kruiden, check het servies op kruimels en verwijder gemorste druppels, spray of ‘verf’ een dun laagje olie op het oppervlak van een quiche of ander ingrediënt zodat het er nog smakelijker uitziet. 

  2. Waar en wanneer wordt jouw gerecht of baksel gegeten?
    De locatie en het tijdstip op de dag of in het jaar, geven je inspiratie over de props die je kunt gebruiken. 

    • Een lekkere ouderwetse erwtensoep van oma? Kies eens een winterse ‘vintage’ look zoals donker houten achtergrond, een emaille- of ‘boerenbont’-bord en mooi servet. 

    • Een heerlijke ontbijtmuffin? Kies eens een linnen tafelkleed/laken als achtergrond of misschien wel beddengoed. En fotografeer in het ochtendlicht. 

    • Een zomerse salade? Kies eens een lichte frisse look door veel wit te gebruiken. Of fotografeer het buiten. Extra uitdaging: waag je eens aan fotograferen in direct zonlicht (hard licht). 

    • Een pompoentaart? Probeer eens een herfstige look te creëren, met oranje, donkergroen en bruintinten. 

  3. Gebruik ingrediënten als props. Selecteer voor je gaat koken een paar mooie ingrediënten en gebruik deze in de styling van je foto.
    Bijvoorbeeld: uien bij uiensoep, appels en een kaneelstokje bij een appeltaart, etc. Ook typische smaken steranijs of peper kun je op deze manier weergeven.

    • In mijn voorraadkastje staan diverse potjes met droge ingrediënten zoals grof zeezout, hele peperkorrels, diverse kruiden en peulvruchten, etc. Op het balkon groeien wat vaste planten zoals tijm, rozemarijn en munt. Altijd handig ;) 

  4. Keep it simple, less is more. Probeer je foto eens te maken met maximaal drie tot vier ‘props’. Zo blijft de focus op het hoofdonderwerp en wordt de kijker niet afgeleid.
    Bijvoorbeeld een bord, een servet, bestek, een ingrediënt.

  5. Het proces. Maak eens een foodfoto tijdens de bereiding.
    Bijvoorbeeld het snijden van de uien, het kneden van het deeg, het uitsteken van de koekjes, etc. Op deze manier heb je 2 foto’s van hetzelfde gerecht of baksel, maar in een andere fase van je food story. 

  6. Bonustip: kleurgebruik. Kies eens kleuren passend bij het seizoen. In de lente/zomer lichte kleuren, de herfst/winter meer donkere kleuren en houttinten. Op deze manier creëer je direct al een bepaalde sfeer.
    In mijn volgende blog meer hierover!

Dus… welk gevoel wil jij overbrengen? Kijk eens in mijn portfolio (klik hier) en wie weet kan ik je inspireren!

In mijn volgende blog ga ik dieper in op kleurgebruik. Hoe kies ik de juiste kleuren, hoe zit het met complementaire- en monochrome kleuren, wat zijn handige basiskleuren om te hebben, etc.

Vond je dit een handig artikel? Heb jij handige tips?
Laat een berichtje achter!